Op papier of digitaal?

Tekst kun je op papier corrigeren of digitaal. Of je combineert beide methoden. Deze blog gaat over de plussen en minnen van beide methoden en ik leg uit wat mijn voorkeur heeft.

  • op papier
  • digitaal
  • op papier en digitaal

Op papier corrigeren

Bij het corrigeren op papier horen correctietekens. Dit zijn tekens die je gebruikt om in de tekst een fout aan te geven. Ze zijn officieel vastgelegd zodat iedereen dezelfde tekens gebruikt. Hier zie je hoe deze correctietekens eruitzien.

Maar hoe werkt dat precies, die correctietekens? Als je een fout in de tekst hebt gezien, zet je er het bijbehorende correctieteken bij.  Vervolgens zet je hetzelfde teken ernaast in de kantlijn. Zo zijn de correcties makkelijk terug te vinden. En bovendien kun je, zo nodig, in de kantlijn erbij zetten wat aangepast moet worden.


Digitaal corrigeren

Bij het digitaal corrigeren gebruik je meestal Adobe of Word om correcties in de tekst aan te geven. Beide programma’s hebben ‘gereedschappen’ waarmee je kunt aangeven wat je wilt corrigeren.

Op papier, digitaal of allebei?

Lezen op papier is effectiever en minder vermoeiend dan lezen op een beeldscherm. Je oog valt sneller op fouten en je ziet er ook meer (Handboek voor de redacteur, H. Aalbrecht & P. Wagenaar). Genoeg redenen om op papier te corrigeren dus. Maar ook digitaal corrigeren heeft zo z’n voordelen. Zo kun je sneller door de tekst bladeren waardoor je bijvoorbeeld makkelijker de paginanummering kunt controleren. Ook kun je de zoekfunctie in het bestand gebruiken om onder andere dubbele spaties op te sporen.
 
Voor beide methoden valt dus wat te zeggen. Daarom combineer ik ze het liefst: eerst een correctieronde op papier en daarna nog een laatste check digitaal. Voor een foutloos resultaat!