Van spelling tot consistentie

Bij tekstcorrectie check ik de tekst op verschillende punten. Ik let bijvoorbeeld op spelling, grammatica, interpunctie en consistentie. Maar wat betekent dit precies? In deze blog lees je er meer over.

  • spelling
  • grammatica
  • interpunctie
  • consistentie

Spelling

Spelling gaat over de manier waarop woorden geschreven worden, bijvoorbeeld met een hoofdletter of kleine letter, aan elkaar of met een streepje, met of zonder een tussenletter.

Fouten in de spelling worden vaak door de tekstverwerker op je computer opgespoord. Maar deze spellingscontrole ziet niet alle fouten.

Zo zet de spellingscontrole geen rood streepje onder ‘ze vind dat knap’ of ‘hij heeft besteedt’, terwijl een tekstcorrector hier toch minder blij van wordt. Ook herkent een spellingscontrole bijvoorbeeld geen uitdrukkingen of gezegden. Of woorden die goed gespeld zijn, maar niet kloppen in de context (‘ze kant haar haren’ i.p.v. ‘ze kamt haar haren’).

Grammatica

Grammatica is het systeem van taalregels dat wordt gebruikt om woorden en zinnen te maken. Het gaat dus over de structuur van zinnen, over woordvolgorde en woordkeuze. Hieronder een paar voorbeelden van fouten waarbij grammatica een rol speelt:

  • We gaven hen de cadeaus.
  • 10% van de mensen zijn het daar niet mee eens.
  • Zowel Martin als Mark hadden gelijk.

Interpunctie

Interpunctie is het plaatsen van leestekens in een tekst. Leestekens zorgen ervoor dat een tekst makkelijker leesbaar is.

Als er in een tekst geen leestekens worden geplaatst zoals komma’s punten of vraagtekens heb je een flinke dosis concentratie nodig om de tekst uit te lezen je weet niet waar de ene zin ophoudt en de andere zin begint wat het lezen erg lastig maakt om te voorkomen dat de lezer afhaakt is het plaatsen van de juiste leestekens op de juiste plek dus belangrijk.

Ook kunnen leestekens zorgen voor een andere betekenis van de zin:
1. Sara had afgesproken met haar vriendinnen, Anouk en Anna.
2. Sara had afgesproken met haar vriendinnen Anouk en Anna.

In de eerste zin horen Anouk en Anna niet bij Sara’s vriendinnen, in de tweede zin zijn Anouk en Anna wel vriendinnen van Sara.

Consistentie

Consistentie betekent dat je eenmaal gemaakte keuzes ook in de hele tekst doorvoert. Als je in het begin van de tekst de lezer aanspreekt met ‘u’, kun je niet later overschakelen op ‘je’. Of als je het woord ‘spellingscontrole’ hebt gebruikt, maak je hier later geen ‘spellingcontrole’ van.